Doel: Deelnemers krijgen inzicht in het dagelijkse leven van de zorgvrager en zijn op basis daarvan in staat om knelpunten te signaleren en passende verbeteringen in de zorg- of ondersteuningspraktijk te bedenken.
Tijdsduur: 2-4 uur
Benodigde materialen: Pen en papier, Laptop of tablet
Groepsgrootte: Individueel
Beschrijving
Stap 1: Breng alle activiteiten van een zorgvrager uit je eigen praktijk in beeld, van wakker worden tot de volgende dag (of bepaal welke tijdsperiode je wilt bespreken). Maak eventueel gebruik van pictogrammen. Eventueel kan een bestaande casus gebruikt worden.
Tip: Je inleven in wat een persoon meemaakt op een dag is het makkelijkst met een concrete persoon in gedachten.
Stap 2: Breng de rol van begeleiders, vrijwilligers of verwanten in beeld. Wat doe je als begeleider bij deze activiteit? Geef een score bij de activiteit. Wat doe je/wat doet de andere begeleider/vrijwilliger/verwante?
Geef een score voor ieders rol (van 0-4):
0 – niets
1 – herinnering
2 – aansturen
3 – bijblijven
4 - volledige overname
Stap 3: Stel jezelf de wondervraag: Hoe ziet de ideale situatie eruit? Wat zou de zorgvrager het liefste willen?
Stap 4: Bepaal voor welke cliëntvraag je wil bekijken of zorgtechnologie een antwoord kan zijn voor de ondersteunings- of ontwikkelvraag van de zorgvrager.
Stap 5: Zoek online welke toepassingen kansrijk zijn, bijvoorbeeld in de probeerservice van de Technologie & Zorg Academie. Vraag betrokkenen om hun mening.
Test de toepassing indien mogelijk, bijvoorbeeld via een probeerservice of uitleen van het product.
Afronding
Bespreek in je team wat je ervaringen en die van de andere betrokkenen zijn geweest. Stel met elkaar vast of en met welke (technologische) ondersteuning je verder gaat.
Doel: Deelnemers begrijpen de impact van technologie op het dagelijks werk.
Tijdsduur: 60-120 minuten
Benodigde materialen: Laptop of tablet en pen/papier
Groepsgrootte: 2-4 personen
Beschrijving
Kies één van onderstaande cases of gebruik een casus uit je eigen praktijk. Bespreek in kleine groepjes de casus en bijbehorende vragen. Stel je daarbij de vraag welke impact de technologie heeft voor jou als zorgprofessional.
Aan het eind volgt een plenaire terugkoppeling waarin ideeën worden uitgewisseld en wordt gereflecteerd op de veranderende rol van de professional.
Ouderenzorg: Je werkt als verpleegkundige in de wijk.
Je komt bij een patiënt van 87 jaar die ondersteuning nodig heeft met het juist innemen van haar medicijnen en het aanbrengen van structuur, ze is een beetje vergeetachtig en vergeet daardoor bijvoorbeeld dat ze moet gaan eten of drinken. In de wijkzorg is het de bedoeling dat je alleen bij patiënten thuis komt als het niet anders kan, je moet eerst nadenken over ondersteunende technologieën.
Je denkt erover om met mevrouw bespreekbaar te maken om medicijnondersteuning in te zetten (bijvoorbeeld de Medido, www.medido.com) en een apparaat om mevrouw meer structuur aan te bieden (bijvoorbeeld tinybot Tessa, www.tinybots.nl). Dit zal voor mevrouw wel een flinke verandering zijn.
Wat zal daarin voor haar prettig of juist minder prettig zijn? Hoe kun je mevrouw op een goede manier meenemen in deze verandering? En hoe ga je dit bespreken met mevrouw?
Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ): Je werkt als hulpverlener in de psychiatrie.
Op de afdeling wordt veel gerookt en veel koffie gedronken. Er is veel verveling. Daarnaast komt veel overgewicht voor, onder andere vanwege de gebruikte medicatie. Je wil aan de slag met leefstijlverbeteringen.
Welke technologieën zou je hiervoor kunnen inzetten? Wat hoop je hiermee te bereiken? Op welke wijze is technologie hier van meerwaarde?
Ga op zoek naar wat er mogelijk is en bespreek met elkaar de impact van deze technologieën voor zowel client als professional. Bespreek ook met elkaar hoe je dit bespreekbaar maakt binnen je team. Hoe neem je je collega’s mee in deze verandering?
Gehandicaptenzorg: Je werkt als hulpverlener in de gehandicaptenzorg.
Je komt dagelijks bij een patiënt (38 jaar) met een licht verstandelijke beperking die slecht hoort en ziet. De patiënt herhaalt de hele dag bewegingen. Je wil iets doen om deze patiënt af te leiden en een fijne dag invulling te geven.
Welke technologieën zou je hiervoor kunnen inzetten? Wat hoop je hiermee te bereiken? Op welke wijze is technologie hier van meerwaarde?
Ga op zoek naar wat er mogelijk is en bespreek met elkaar de impact van deze technologieën voor zowel client als professional. Bespreek ook met elkaar hoe je dit bespreekbaar maakt binnen je team. Hoe neem je je collega’s mee in deze verandering?
Ziekenhuis: Je werkt als verpleegkundige op de afdeling interne geneeskunde.
Hier liggen ook patiënten die een maagverkleining ondergaan. Sinds kort worden patiënten in dagbehandeling geopereerd, waarbij de patiënt in de ochtend wordt geopereerd, om 5u met ontslag gaat en ’s avonds (22:00), ’s nachts (03:00) en ’s ochtends (09:00) zijn hartslag, saturatie en temperatuur moet meten.
Jij bent als verpleegkundige op de afdeling – naast je andere werkzaamheden – ook verantwoordelijke om te acteren wanneer de metingen van de patiënt(en) thuis afwijken. Welke impact heeft dit op je werk? Op welke manier zorgt dit voor een andere manier van zorgverlening? En hoe zou de technologie moeten werken zodat het jouw werk als verpleegkundige goed kan ondersteunen?
Ziekenhuis: Het ziekenhuis waar je werkt wil meer zorg op afstand bieden.
Binnen de cardiologie (waar jij werkt) bestaat er een nazorg traject voor patiënten die een hartinfarct hebben doorgemaakt. In dit 6-weken durende traject gaan patiënten 3 keer per week naar het ziekenhuis en worden vitale functies gemeten, gesport met de fysio en zijn er gesprekken met de diëtist en/of psycholoog.
De organisatie vraagt je mee te denken over de hoe dit zorgpad ‘hybride’ kan worden gemaakt, zodat met ondersteuning van een app de patiënt nog maar 1 keer per week naar het ziekenhuis hoeft.
Ga op zoek naar wat hierover al bekend is. Bespreek met elkaar de voor- en nadelen en ethische overwegingen.
Doel: Deelnemers reflecteren op ervaringen met zorgtechnologie die niet het gewenste effect hadden, analyseren de mogelijke oorzaken hiervan en ontwikkelen inzicht in de voorwaarden voor succesvolle implementatie
Tijdsduur: 2-3 uur
Benodigde materialen: Post-its, Pen, Flap-over
Groepsgrootte: 6-25 personen. Bij een grote groep kunnen de voorbeelden in groepen worden aangereikt en besproken.
Beschrijving
Vaak wordt bij nieuwe dingen besloten als iets niet goed is gegaan dat het niet meer wordt uitgevoerd/toegepast. Toch zijn er vaak veel dingen te leren van dingen die niet goed zijn gegaan. Er kunnen dingen fout zijn gegaan in processen, in de inzet bij de juiste persoon en door de juiste persoon, het juiste middel....
Deze opdracht gaat erom dat er wordt geleerd van dingen die fout zijn gegaan. Zo ontdekt de deelnemer dat er misschien stappen zijn gemist bij de implementatie. Deze opdracht kan worden aangepast aan het niveau en de ervaring van de deelnemer.
Stap 1: Laat deelnemers voorbeelden geven van pogingen om zorgtechnologie in te zetten waar het niet is gelukt. Laat de deelnemers uitwerken (op flap-over) welke condities een rol hebben gespeeld bij het mislukken van de inzet van zorgtechnologie.
(Mensen - Procedures en protocollen - Informatie - Technologie - Financiering)
Stap 2: Bespreek de uitkomsten en ga dieper in op de redenen waarom het mis is gegaan.
Mensen (patiënten en zorgverleners): Waren ze voldoende competent? Gemotiveerd?
Procedures en protocollen: Zijn procedures aangepast aan de technologie, zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk vastgelegd, voldoet de uitvoering van de zorg nog steeds aan wet- en regelgeving?
Informatie: Krijgt de zorgverlener de juiste en voldoende informatie en is deze informatie voldoende betrouwbaar? (bijvoorbeeld bij zorg op afstand).
Technologie: Is de juiste apparatuur/software aanwezig op de juiste plek? Is de infrastructuur voldoende aanwezig? Past de technologie bij de situatie/doelgroep/gebruiker?
Financiering: Op welke manier en door wie wordt de technologie bekostigd? Is iedereen hierover voldoende geïnformeerd en akkoord? Zijn de afspraken omtrent financiering vastgelegd?
Stap 3: Laat de deelnemers langs de verschillende uitwerkingen gaan met post-its en pen. Vraag de deelnemers bij elke uitwerking aan te geven op welke manier de condities in deze situatie verbeterd (hadden) kunnen worden.
Laat, als iedereen klaar is, degene die het probleem heeft ingebracht benoemen welke suggesties zijn gegeven en aangeven welke suggesties de meeste kans van slagen hebben in een volgende situatie.
Stap 4: Laat de deelnemers aangeven welke onderdelen zij het meest waardevol vinden om mee te nemen naar het eigen team.